- Hoeveel liter bloed heeft een mens?
De hoeveelheid bloed in het menselijk lichaam is 7% en dit bestaat weer voor 86% uit water.
Gemiddeld heeft een vrouw 4,5 liter bloed en een man 5,6 liter. Bij iedere bloeddonatie geef je 500 ml bloed. Je lichaam kan dit goed missen, maar heeft wel weer tijd nodig om te herstellen.
Tussen twee bloeddonaties moet daarom minimaal 56 dagen (8 weken) zitten voor mannen; voor vrouwen is dat 122 dagen (4 maanden). De hersteltijd na een bloeddonatie is voor vrouwen namelijk langer.
- Waaruit bestaat mijn bloed?
Je bloed bestaat voor ongeveer de helft uit plasma. Plasma bestaat voornamelijk uit vocht en eiwitten. De andere helft bestaat uit bloedcellen (rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes).
- Wat is ferritine?
Het ferritinegehalte in het bloed is een goede maat voor de ijzervoorraad in je lichaam. Ferritine is een eiwit dat zorgt voor de binding van ijzer aan de rode bloedcellen en is nodig voor opslag van ijzer in de lever en in het beenmerg.
Wat is de functie van ijzer in het bloed?
Om hemoglobine (Hb) aan te maken is ijzer nodig. Hemoglobine zorgt voor het zuurstoftransport naar alle organen zodat ze goed werken. Maar als je niet genoeg ijzer hebt, kan dit op de lange termijn tot bloedarmoede leiden.
IJzervoorraad te laag, en nu?
Van een ijzertekort hoef je niet direct last te hebben, maar leidt dit tot bloedarmoede dan geeft dit meestal wel klachten. Klachten kunnen zijn vermoeidheid, spierzwakte, concentratieproblemen en hoofdpijn. Het is dan belangrijk om maatregelen te nemen om de ijzervoorraad weer op peil te krijgen. Om bloedarmoede voor te zijn, voeren we stapsgewijs - per groep afnamelocaties - een ferritinemeting in. Met de ferritinemeting houden we jouw ijzervoorraad goed in de gaten.
- Wat is het zuurstofgehalte in je bloed en wat is normaal?
Gezonde mensen hebben een zuurstofgehalte van 95% tot 100%.
Bloed neemt het zuurstof uit de longen op en zorgt er - via je aders - voor dat het in alle uithoeken van je lichaam terecht komt. Zodat jij alles kunt doen wat je wilt: sporten, dansen, praten, noem maar op. Alle bloedvaten achter elkaar hebben een lengte van minstens 19.000 kilometer. Daarmee haal je het zuidelijkste puntje van Sicilië! Het zuurstofgehalte geeft aan hoeveel procent van hemoglobine (ijzer) in je rode bloedcellen zuurstof aan zich gebonden heeft. Door dit te meten kun je inschatten of je ademhaling en bloedsomloop effectief zijn. Dus of je longen genoeg zuurstof uit de lucht opnemen en of er voldoende zuurstof in je bloed terechtkomt.
Als je hersenen te weinig zuurstof krijgen, val je flauw.
- Hoeveel bloedgroepen zijn er?
Er zijn ruim 380 verschillende bloedgroepen. Meestal gaat het bij de bloedbank om de bloedgroepen van het ABO-systeem en om het rhesus (D)-kenmerk of de rhesus-factor (+ of -). Er zijn op basis hiervan acht bloedgroepen, namelijk A+, A-, B+, B-, O+, O- AB+ en AB-
- Welke bloedgroepen komen het meeste voor?
Binnen de Nederlandse bevolking zien we vooral de bloedgroepen 0 (47%) en A (42%). De bloedgroepen die beduidend minder voorkomen zijn B (8%) en AB (3%). Daarnaast is 84% rhesus (D)-positief en 16% rhesus (D)-negatief. Veel donors en patiënten zijn dus A+ of 0+, terwijl B- en AB- juist weinig voorkomen.
- Aan welke bloedgroep is de grootste behoefte?
Het liefst geven wij patiënten bloed van hun eigen bloedgroep. Dat is het meest passend. Dus een patiënt met bloedgroep AB-positief geven we bloed van een AB-positieve donor. Daarom heeft de bloedbank alle bloedgroepen hard nodig.
De bloedgroep 0-negatief wordt relatief veel gebruikt in de ziekenhuizen doordat bijna iedereen dit bloed kan ontvangen. Als er bijvoorbeeld bij een ongeval of een grote operatie in het ziekenhuis plotseling veel bloed nodig is, dan komt bloedgroep 0-negatief altijd van pas. Ook als er een tekort is aan bloed van een andere bloedgroep, kan 0-negatief als vervanger optreden. Om deze redenen is er altijd een ruime voorraad 0-negatief bloed nodig en zal de bloedbank soms donors met deze bloedgroep extra vaak oproepen voor een donatie.
- Welke bloedgroepen passen bij elkaar?
Voor het AB0-bloedgroepsysteem gelden de volgende principes:
•Bloed van bloedgroep 0 kan aan iedereen worden toegediend.
•Bloedgroep A kan worden toegediend aan patiënten met A en AB.
•Bloedgroep B kan worden toegediend aan patiënten met B en AB.
•AB kan alleen worden toegediend aan mensen die zelf ook AB hebben.Voor het rhesus-bloedgroepsysteem gelden de volgende principes:
•RhD-negatief bloed kan aan iedereen worden toegediend.
•RhD-positief bloed kan alleen worden toegediend aan mensen die zelf RhD-positief zijn.Bovenstaande regels gelden voor bloed, niet voor bloedplasma. Als een patiënt door eerdere bloedtransfusies of een zwangerschap een antistof tegen een bepaalde bloedgroep heeft ontwikkeld, dan moet naast de bovengenoemde AB0- en rhesus-bloedgroepen ook met andere bloedgroepen rekening worden gehouden.
Vrouwen
Daarnaast zijn er voor vrouwen jonger dan 45 jaar extra voorwaarden bij de selectie van donorbloed. Naast de AB0- en RhD-bloedgroep wordt er dan ook gekeken naar de bloedgroepen Rhc, RhE (van het rhesus-systeem) en naar de bloedgroep K (van het Kell-systeem). Voor vrouwen met een kinderwens is het belangrijk dat zij door een bloedtransfusie niet worden gesensibiliseerd door delen van het donorbloed, zoals bijvoorbeeld het K-antigeen van het Kell-systeem. Wanneer dit wel gebeurt, maken zij antistoffen aan die later problemen kunnen geven bij een nieuwe bloedtransfusie of bij een pasgeboren baby.
- Wat is een HLA-getypeerd bloeddonorschap?
Van iedere donor wordt een aantal bloedgroepen bepaald. Dit betreft de bloedgroepen van de rode bloedcellen, waaronder de ABO- en de rhesus (D)-bloedgroep. Maar ook de witte bloedcellen
(leukocyten) en de bloedplaatjes (trombocyten) bezitten bloedgroepen. Het meest bekende bloedgroepsysteem van witte bloedcellen, stamcellen en bloedplaatjes is het HLA-systeem.
Van een deel van de bij Sanquin geregistreerde donors is de HLA-typering bekend. Deze HLA-typeringen geven Sanquin de mogelijkheid speciale bloedproducten te vervaardigen zoals HLA-getypeerd trombocytenconcentraat.
- Verlies ik bij een donatie een deel van de antistoffen en afweercellen die ik in mijn bloed heb?
Ja, maar dit is maar een klein deel. Gemiddeld heeft een mens vijf liter bloed. Je geeft 500 ml per bloeddonatie of, afhankelijk van lengte en gewicht, 500 tot 820 ml plasma per plasmadonatie. Daardoor geef je maar zo’n 10 procent van je antistoffen af. Uit het plasma van volbloed- en de meeste plasmaferese-procedures wordt van deze antistoffen bijvoorbeeld ook IVIG - intraveneuze immunoglobulinen - gemaakt. Dit wordt gebruikt bij mensen met afweerstoornissen of bij een auto-immuunziekte.
Als je gezond bent, kun je deze antistoffen zonder problemen missen. Je lichaam maakt deze antistoffen overigens gewoon weer aan. Ook de antistoffen die je na een vaccinatie hebt opgebouwd, kunnen tijdens een donatie dalen. Dit verschilt per soort antistof en per donor. Ook dit is niet erg. Je lichaam heeft namelijk geheugencellen die - zodra er een nieuw contact is met de ziekteverwekker - weer actief antistoffen zullen maken. Deze geheugencellen bevinden zich voornamelijk buiten de bloedbaan in de lymfeklieren en milt. Hierdoor nemen je afweercellen nauwelijks af bij een bloed- of plasmadonatie.
Zoek hier ook op trefwoord voor meer informatie over een onderwerp, medicijn of ziekte.
Laad meer resultaten {{title}}
{{content}}