Veelgestelde vragen

Filter resultaten

Filter categorieën

Bloed geven (104) Coronavirus (9) Mag ik bloed of plasma geven (267) MijnSanquin (12) Over Sanquin (23) Over bloed (61) Over plasma (5) Plasma geven (58) Serum geven (9)
Zoek hier ook op trefwoord voor meer informatie over een onderwerp, medicijn of ziekte.
  • Mag ik bloed of plasma doneren als ik antibiotica gebruik?

    Je mag pas bloed of plasma doneren als je 14 dagen geen antibiotica meer gebruikt en 14 dagen vrij bent van klachten. Ook de reden van het gebruik van antibiotica is belangrijk. Zoek dat in de zoekbalk of neem contact met ons op.

  • Mag ik bloed of plasma doneren als ik een kijkoperatie (scopie) heb gehad?

    Met een starre scoop mag je doneren als de wond is genezen, de hechtingen zijn verwijderd en de uitslag van het onderzoek of de reden van de operatie geen bezwaar is. Met een flexibele scoop mag je na 4 maanden doneren, ook als er bij het onderzoek geen bijzonderheden zijn gevonden. Bij een echo mag je doneren als de uitslag van het onderzoek goed is. Dit geldt voor inwendige en  uitwendige echoscopie.

  • Mag ik bloed of plasma doneren als ik een botbreuk heb?

    Dat hangt af van welk bot is gebroken en de ernst van eventuele bijkomende letsels. Bij armbreuk of gebruik van krukken mag je om praktische redenen niet doneren. Wanneer er transplantatie met donorbot is verricht, mag je geen bloed of plasma (meer) geven. Neem in ieder geval contact met ons op via 088-7308686.

  • Wat is de ziekte van Creutzfeldt-Jakob?

    De ziekte van Creutzfeldt-Jakob (CJD) is een zeldzame, ongeneeslijke hersenziekte. Bij de start van de ziekte worden klachten zoals geheugenproblemen en stijfheid gezien. Dat begint sluipend en wordt steeds heviger. In een later stadium komen gedragsveranderingen en dementie voor. Ook blindheid en niet meer kunnen spreken komen voor. De bewegingen worden schokkerig en ongecontroleerd. Uiteindelijk wordt iemand volledig afhankelijk van hulp en overlijdt aan de ziekte.     

    CJD wordt veroorzaakt door een lichaamseigen eiwit. De ziekte komt gemiddeld één keer per miljoen personen per jaar voor. 

    In 1996 werd ontdekt dat het eiwit dat bij runderen BSE (oftewel gekkekoeienziekte) veroorzaakt, ook naar de mens overgedragen kan worden. Omdat deze ziekte lijkt op CJD, heeft deze ziekte de naam variant CJD gekregen. De reeds bekende ziekte wordt sindsdien klassieke CJD genoemd.   

    Lees verder:  

  • Hoe kan iemand de ziekte van Creutzfeldt-Jakob krijgen?

    Er zijn twee hoofdvormen van Creutzfeldt-Jakob (CJD). Het ontstaan van de ziekte is bij beide varianten anders.  

    Klassieke vorm 

    De klassieke vorm kan op verschillende manieren opgelopen worden. Ten eerste kan het spontaan ontstaan, dit komt het meeste voor. Het kan ook in families voorkomen, dus erfelijk zijn. Een andere mogelijkheid is overdracht door transplantatie van hersenvlies of hoornvlies van het oog. Tot slot kon klassieke CJD overgedragen worden door behandeling met menselijke groeihormonen uit de hersenen. Het gebruik van menselijk groeihormoon is inmiddels gestaakt in Nederland.  

    Variant vorm 

    De variantvorm kan worden opgelopen door het eten van vlees van met BSE ('gekkekoeienziekte') besmette runderen. Dit kwam vooral voor onder koeien in het Verenigd Koninkrijk ten tijde van de BSE-epidemie in de jaren ’90 van de vorige eeuw.

    De eiwitten die CJD veroorzaken kunnen zeer waarschijnlijk via bloed of plasma overgedragen worden. Dit betekent dat zowel de klassieke vorm als de variantvorm door een transfusie, transplantatie of door gebruik van besmette medische instrumenten overgedragen kan worden.

    De ziekte is heel zeldzaam, dus de kans om de ziekte op te lopen, is ontzettend klein.

    Lees verder:  

  • Klopt het dat er na donatie littekens ontstaan?

    Bij mensen die heel vaak doneren of al heel lang donor zijn zien we soms dat er littekenweefsel gevormd wordt in de huid in de elleboogplooi. Dit komt door het vele aanprikken. Of en hoeveel dit gebeurt, verschilt per donor. Elke huid is anders. Als het aanprikken lastiger wordt zal de afnamemedewerker dit opmerken. Als je zelf merkt dat het lastiger gaat, geef dat dan aan. 

    Sommige mensen vragen zich af of dit kwaad kan als ze zelf ooit een transfusie of infuus nodig hebben. In het algemeen worden infusen op andere plaatsen aangelegd. Als je erg moeilijk te prikken bent, is het zinvol dit eens kritisch te bekijken met een medewerker. 

  • Hoe vaak mag ik plasma doneren?

    Hoewel je 7 dagen na een donatie een nieuwe afspraak kunt maken, is het advies is om een interval van 14 dagen aan te houden. Als plasmadonor kun je namelijk in totaal 26 keer per jaar doneren. Zo spreid je je donaties gelijkmatig over het jaar uit.

  • Ik ben bloeddonor en geef drie keer per jaar bloed. Kan ik tussendoor ook plasma doneren?

    Het is helaas niet mogelijk om deze twee donatiesoorten te combineren omdat dat voor ons niet uitvoerbaar is. Het verhoogt de kans op fouten als plasma- en bloeddonaties van één en dezelfde donor door elkaar heen gaan lopen. Voor het geven van plasma gelden namelijk andere regels dan voor het geven van bloed. Er gelden andere medische voorwaarden en onze administratieve systemen voor beide donatiesoorten zijn verschillend ingericht.

    Een uitzondering voor tijdelijke omzetting naar plasmaferese wordt gemaakt als je in een gebied bent geweest waar malaria voorkomt. Andersom kan het wel zijn dat een plasmadonor wordt gevraagd om eenmalig bloed te doneren als dat nodig is voor de voorraad. Het omzetten naar een andere donatiesoort voor een langere periode is natuurlijk altijd bespreekbaar.

  • Waarom mag je wel plasma maar geen bloed geven na een bezoek aan een malariagebied?

    Malariaparasieten zitten een gedeelte van hun levenscyclus in rode bloedcellen. Pas als die cellen massaal ten onder gaan, word je ziek. Een donor die gezond lijkt, kan dus toch via de rode bloedcellen een patiënt besmetten. Daarom mag een donor pas na een halfjaar zonder malariaverschijnselen weer bloed geven. Het is ook belangrijk dat de donor geen ziekteverschijnselen heeft gehad. Plasma bevat nauwelijks rode cellen en ondergaat nog een behandeling. Daardoor is overdracht met plasma niet mogelijk. In verband met andere infectieziekten moet een plasmadonor - net als een bloeddonor - na terugkomst uit een land buiten Europa wel 28 dagen wachten met geven.

  • Kun je echt troebel plasma krijgen van vet eten?

    Ja. Vlak na een maaltijd met veel vet kan het plasma er melkachtig uitzien. Dat plasma is niet geschikt om verder te verwerken. Voor plasmadonors betekent dit dat Sanquin de donatie niet gebruikt. Van bloeddonors met troebel plasma wordt de hele donatie afgekeurd, omdat ook de kwaliteit van de rode bloedcellen onvoldoende is. Is het plasma van een donor elke keer ‘vet’, dan wordt deze donor geadviseerd via de huisarts een bloedonderzoek te laten doen. Lang niet alle donors krijgen melkachtig plasma na vet eten. En lang niet altijd is vet eten de oorzaak van troebel plasma. Hieronder gaan we er wat uitgebreider op in. 

    Troebel plasma: hoe komt dat?

    Plasma is normaal helder van kleur, maar soms kan het zichtbaar troebel of melkachtig zijn. Dat kan direct aan het licht komen tijdens een plasma-afname, maar bij een bloeddonatie ook later pas nadat je bloed is gesplitst in plasma, rode bloedcellen en bloedplaatjes. De oorzaak is meestal een hoog gehalte aan triglyceriden, een soort vet dat in het bloed zit. Troebel plasma kunnen we helaas niet gebruiken, omdat het niet voldoet aan de kwaliteitseisen.

    Eenmaal troebel, vaker troebel

    Als je een keer troebel plasma hebt gegeven, dan is de kans op herhaling groter dan bij andere donors. Daarom krijg je sinds 1 mei 2018 van ons schriftelijk bericht wanneer jouw gedoneerde plasma troebel is. Het is namelijk vaak te voorkomen en samen met jou willen we de kans op troebel plasma zo klein mogelijk maken.

    Oorzaken van troebel plasma

    Ongeveer de helft van de donaties met troebel plasma komt door het eten van vette en/of koolhydraatrijke voedingsmiddelen in de uren vóór je donatie. Daarbij kun je denken aan suikerrijk voedsel (zoals snacks en snoep) of vezelarm, vet of koolhydraatrijk voedsel (zoals fastfood en taart/gebak), maar bijvoorbeeld ook witte pasta of een stamppot met jus en worst. Naast voeding kunnen ook bepaalde medicijnen, persoonlijke aanleg of overmatig alcoholgebruik de oorzaak van troebel plasma zijn.

    Troebel plasma voorkomen

    De algemene adviezen over het verkleinen van de kans op hart- en vaatziekten hebben ook een gunstig effect op het gehalte triglyceriden in je bloed. Je kunt hierbij denken aan afvallen (in geval van overgewicht), stoppen met roken, meer lichaamsbeweging en vermindering van de alcoholconsumptie. Als er troebel plasma bij je wordt geconstateerd, dan is het de moeite waard om in de ochtend bloed of plasma te geven. De kans op troebel plasma is dan veel kleiner. Het is belangrijk om iets te eten voordat je bloed of plasma gaat geven om duizeligheidsklachten tijdens of na de donatie te voorkomen. Probeer ervoor te zorgen dat dit een lichte, vezelrijke maaltijd is. 

    Geen nieuws, goed nieuws

    Voorlopig informeren we je elke keer als jouw plasma tijdens het bewerken van je bloed troebel blijkt te zijn. Als tijdens een plasma-afname duidelijk te zien is dat het om troebel plasma gaat, wordt de procedure direct stopgezet. Na een bloeddonatie krijg je achteraf een brief als troebel plasma is vastgesteld. Je kunt dan zelf beoordelen of de maatregelen die je eventueel hebt genomen, effect hebben gehad.

    Heb je nog vragen? Stel deze dan aan de donorarts tijdens je bezoek. Natuurlijk kun je ook bellen met ons Donor Service Center: 088-730 8686