menu

Dankzij 'wassen' van bloed toch een nieuwe donor

Meer kans op levensreddende donornier 

Zo’n 1.000 patiënten staan jaarlijks op de wachtlijst voor een niertransplantatie. Gezonde donornieren liggen namelijk niet voor het oprapen. En als er een beschikbaar komt, moet die goed matchen met de patiënt, onder andere qua bloedgroep. Past de bloedgroep niet, maar is de nood heel hoog dan kan Sanquin antistoffen van een patiënt uit het bloed halen om een donornier te kunnen ontvangen. 
 
“Om te bepalen of een donornier het beste bij een patiënt past, kijken we naast de bloedgroep of de lichaamscellen bij elkaar passen”, legt Kaatje le Poole uit. Zij is internist transfusiespecialist in opleiding bij de Unit Transfusiegeneeskunde van Sanquin. “Je afweersysteem kan herkennen of een cel bij het eigen lichaam hoort. Het ‘checkt’ daarvoor op een kenmerk dat in alle lichaamscellen voorkomt. Dat noemen we HLA-typering. Als een patiënt een nier krijgt die hierop te veel afwijkt, kan het lichaam de nier alsnog afstoten.”  

Kijk hoe Kaatje hierover vertelt: 

Slimme oplossing 

Het eerste probleem blijft dus de bloedgroep. Mensen hebben verschillende bloedgroepen (A,B of 0) en de meeste mensen hebben standaard antistoffen in het bloed tegen andere bloedgroepen. Kaatje licht verder toe: “Die antistoffen zorgen voor problemen als de donor van de nier niet dezelfde bloedgroep heeft. Zelfs als de donornier helemaal is schoongespoeld en geen bloed meer bevat. Dat komt omdat de wanden van de bloedvaten in de nier ook de kenmerken van de donorbloedgroep bevatten.” 
 
“Voor dit probleem is een slimme oplossing: de antistoffen in het bloed van de patiënt kunnen eruit worden ‘gewassen’. Dit noemen we aferese. Tijdens deze behandeling wordt het bloed van de patiënt via een infuus door een apparaat geleid. In het apparaat wordt het bloed gecentrifugeerd. Zo wordt het lichtere deel van het bloed (het plasma met de antistoffen erin) gescheiden van het zwaardere deel (de rode bloedcellen). De patiënt krijgt alleen de rode bloedcellen terug, niet het plasma met de ongewenste antistoffen. Om dat tekort aan te vullen, worden de rode bloedcellen gemengd met een op plasma lijkende vloeistof”, legt Kaatje le Poole uit. 
 
Het Klinisch Aferese Team van Sanquin is gespecialiseerd in deze aferese-behandelingen. Kaatje is als arts daarbij betrokken. “Vóór de transplantatie geven we de aferese vaak meerdere keren, afhankelijk van hoeveel antistoffen er in het bloed zitten. Dat wordt door een bloedonderzoek bepaald. Na de transplantatie is het meestal nog een keer nodig. De patiënt krijgt ook medicatie om de aanmaak van nieuwe antistoffen te stoppen. Na verloop van tijd, als de nier goed werkt, kan die medicatie worden afgebouwd.”  

Ook voor kankerpatiënten 

De aferese-behandeling kan voor meer patiënten worden ingezet – en niet alleen om ongewenste stoffen uit het bloed te halen. Kaatje: “Bij kankerpatiënten halen we met aferese bijvoorbeeld de bloedvormende stamcellen uit het bloed, vóór ze door chemotherapie beschadigd raken. Na die chemotherapie krijgt de patiënt die cellen terug om weer gezond bloed te maken. Dankzij aferese hebben we ze een tijdje veilig kunnen bewaren buiten het lichaam. Zo zijn er nog veel meer mogelijkheden met aferese, voor allerlei belangrijke cellen in het bloed.”  

18 juli 2023