menu

Donorkeuring en mannen die seks hebben met mannen

Mannen in een duurzame, monogame relatie van ten minste twaalf maanden met een andere man zijn welkom als donor. Als een mannelijke (aspirant)donor wisselende seksuele mannelijke partners heeft, dan is donatie weer mogelijk als ten minste vier maanden zijn verstreken sinds zijn laatste seksuele contact met een man.

Sanquin bereidt een verdere verruiming voor om mannen die seks hebben met mannen (MSM) zonder een vaste partner op een veilige manier te kunnen toelaten als bloeddonor, zonder de huidige uitsteltermijn van vier maanden. Sanquin stelt met deze aanpassingen een gelijke behandeling als uitgangspunt voor het toelatingsbeleid.

Bij elke verruiming van beleid houdt Sanquin de bloedveiligheid nauw in de gaten. Net als voorheen zal Sanquin het toelatingsbeleid voor MSM continu evalueren en op basis van verder (wetenschappelijk) onderzoek - zo mogelijk – aanpassen.

Waar is dit beleid op gebaseerd?

Sanquin is verantwoordelijk voor voldoende en veilig bloed in Nederland. Dat wordt gerealiseerd door twee controles die Sanquin (en ook buitenlandse bloedbanken) uitvoeren:

  1. Bij elke donatie wordt het donorbloed getest op aanwezigheid van bloedoverdraagbare infecties met HIV, hepatitis B, C en E virus en syfilis.
  2. Donors worden van donatie uitgesloten als zij een verhoogde kans hebben op infecties in het bloed, bijvoorbeeld na verblijf in bepaalde landen of na seksueel risicogedrag. 

De combinatie van vragen naar mogelijke verhoogde risico’s en de betrouwbare bloedtesten minimaliseert de kans op transfusiegerelateerde infecties van chronische of zelfs dodelijke ziektes.

Waarom er soms een uitsteltermijn geldt

Bij het testen van bloed doet zich het probleem voor van de zogenaamde 'windowfase': op het moment dat een donor besmet wordt met een bloedoverdraagbare infectie, is deze besmetting niet onmiddellijk in het bloed aantoonbaar. Afhankelijk van de infectie kan het een aantal weken tot maanden duren voordat de besmetting met zekerheid kan worden aangetoond, terwijl het bloed van de donor in deze fase voor de ontvangende patiënt wel besmettelijk kan zijn. 

De incubatietijd van een hepatitis B virusinfectie is hierbij bepalend, omdat deze een langere windowfase heeft dan de andere infecties waarop bloeddonaties worden getest. Het kan tot vier maanden duren voordat een besmetting met hepatitis B virus kan worden aangetoond met een laboratoriumtest. Die tijd moet daarom in elk geval worden afgewacht.

Over welke risico’s bij MSM gaat het?

Sanquin voert nu een meer individueel gericht beleid. Voor MSM en diegenen met uitsluitend heteroseksueel contact hanteert Sanquin verschillende keuringscriteria, omdat er sprake is van verschillende risicoprofielen.

Voorheen hanteerde Sanquin meer een risicogroepenbenadering, waarbij MSM werden uitgesteld voor donatie als gevolg van een sterk verhoogd risico op infectie dat bij de groep als geheel speelt. Die groepsbenadering is gebaseerd op empirisch-wetenschappelijke data. Die data tonen bij MSM in Nederland relatief veel vaker bloedoverdraagbare infecties aan in vergelijking met diegenen die uitsluitend heteroseksueel contact hebben. 

Het gaat hierbij voornamelijk over hepatitis, syfilis en hiv.


  • Hepatitis

    Sinds enige jaren is er sprake van een uitbraak van het hepatitis C virus als seksueel overdraagbare aandoening bij mannen die seks hebben gehad met mannen (MSM). In 2018 rapporteerde het RIVM 62 gevallen van acute hepatitis C in Nederland, waarvan 61% optrad bij MSM. De SOA-centra vonden in datzelfde jaar 72 hepatitis B virusinfecties, waarvan 32% bij MSM. Omdat ongeveer 4% van Nederlandse mannen seks heeft gehad met een andere man, is het aantal hepatitisinfecties bij MSM verhoudingsgewijs veel groter dan bij mannen die geen MSM-contact hebben gehad.

  • Syfilis

    Volgens het ECDC annual epidemiological report 2018 lopen Nederlandse mannen 31x zo vaak syfilis op als Nederlandse vrouwen. Dit laat zien dat syfilis vooral via MSM-contact wordt overgedragen en (veel) minder vaak tijdens heteroseksueel contact. Als syfilis net zo vaak via seks met vrouwen als via seks met mannen verspreid zou worden, zouden mannen en vrouwen ongeveer even vaak geïnfecteerd worden (en de verhouding in onderstaande grafiek dichter bij 1 liggen). In vergelijking met andere landen is dit fenomeen in Nederland zeer uitgesproken. 

    Het RIVM rapporteert dat in 2020 96% van de diagnoses van syfilis bij MSM is vastgesteld, en naar verhouding vaker voorkomt bij MSM die hiv-positief zijn.

  • HIV

    Monitoringsrapport 2022 van Stichting HIV Monitoring: Nieuwe hiv-infecties treden rond 81x vaker op bij MSM dan bij mannen die seks met uitsluitend vrouwen hebben.

    Het aantal nieuwe HIV diagnoses in Nederland daalt al jaren, zowel onder MSM als bij mannen die seks met uitsluitend vrouwen hebben. Dat is goed nieuws, want daarmee mag verwacht worden dat het risico voor de bloedvoorziening ook daalt.

    Bekijk hier een grafiek van de nieuwe HIV diagnoses in Nederland.

    Voor de bloedveiligheid in Nederland is dat belangrijke informatie vanwege de hierboven genoemde ‘windowfase’: recente infecties kunnen niet direct met zekerheid worden aangetoond.

Toetsing van beleid

Het (toenmalige) donorselectiebeleid voor MSM is in 2007, 2017 en 2019 door het College voor de Rechten van de Mens getoetst. Het College oordeelde daarbij dat Sanquin geen verboden onderscheid maakt op basis van seksuele gerichtheid. Daarnaast onderschrijft het College dat het onvoldoende zeker is dat alternatieve en minder onderscheidmakende criteria geen afbreuk doen aan de gewenste veiligheid van bloedtransfusies. Zo lang er geen onderzoek is dat positieve resultaten laat zien, kan vanwege de bescherming van de volksgezondheid niet worden verwacht dat op andere criteria wordt overgegaan.

Ook al ondersteunden die uitspraken het beleid van Sanquin, toch heeft Sanquin gehoor gegeven aan de oproep van zowel het College voor de Rechten van de Mens als de maatschappij als geheel om een meer individueel gericht beleid in plaats van groepsbenadering te hanteren.