menu

Sanquins plasmaserie deel VI - Wat gebeurt in Nederland rondom plasma?

Internationaal is er een tekort aan plasma als grondstof voor geneesmiddelen. Hoe zit dat in Nederland? Wat is hier de rol van Sanquin, van de donor, en van de plasmageneesmiddelenfabrikant?

Nog geen donor? Meld je aan!

Wat gebeurt er in Nederland rondom plasma?

In voorgaande delen van deze serie illustreerden we de ontwikkelingen op het gebied van bloedplasma. Samengevat komt het hier op neer:

Sanquin is met Europese belangenbehartigers en associaties actief om een Europees antwoord op die vraag te organiseren (en we dragen bij aan de aanpak in lage- en middeninkomenslanden). Maar hoe zit het in Nederland zelf?

Organisatie van plasmageneesmiddelen in Nederland

Om die vraag te beantwoorden, is het goed om te weten dat in Nederland Sanquin Bloedbank verantwoordelijk is voor de beschikbaarheid van plasmageneesmiddelen uit Nederlands plasma. Dat besteedt Sanquin Bloedbank uit aan Prothya Biosolutions (voorheen onderdeel van Sanquin onder de naam Sanquin Plasma Products). Sanquin Bloedbank verkoopt het ingezamelde plasma aan Prothya, tegen een prijs die door de minister van VWS is goedgekeurd. Prothya bewerkt dat plasma, maakt er plasmageneesmiddelen van en biedt die aan op de open (en daarmee commerciële) markt. Prothya bevoorraadt zo ongeveer de helft van de Nederlandse markt van plasmageneesmiddelen. Dat is mogelijk dankzij donors, en dankzij Sanquin. De wens is om dit aandeel te vergroten. Dan kunnen we meer patiënten in Nederland helpen met plasmageneesmiddelen gemaakt in Nederland, dankzij plasmadonaties van Nederlandse donors.

Minder afhankelijk worden

De regelmatig terugkerende donor is een heel belangrijk onderdeel in deze keten. Daphne Thijssen-Timmer, directeur van de Bloedbank, vertelde begin van dit jaar al dat in de coronajaren de inzameling van plasma wereldwijd daalde. Omdat tegelijkertijd wereldwijd de vraag stijgt, kan het zijn dat plasma en plasmageneesmiddelen minder over grenzen heen worden geleverd. Die afhankelijkheid wil Sanquin in Nederland verkleinen door zelf meer plasma in te zamelen.

Aanloop

Sanquin Bloedbank heeft wel een kleine voorsprong. Want al in de jaren vóór 2020, het jaar van de Europese uitbraak van Covid-19, werkten we aan het interesseren van meer donors in plasmadonaties, en maakten we plasma doneren makkelijker en aantrekkelijker.
Als we zien dat een donor sterke aders en een passende bloedgroep heeft, vragen we die donor om over te stappen van bloeddonatie naar plasmadonatie. In Utrecht werd speciaal een bloedbank geopend waar alleen plasma kan worden gedoneerd.

Andere locaties van de bloedbank werken aan uitbreiding van openingsuren om donors langer te kunnen ontvangen en vaker op tijden die donors goed uitkomt. Sanquin maakt meer ruimte voor laptops in het donorcafé, zodat een donor na de donatie ook nog even kan werken als dat nodig is. En tenslotte vragen we bij het invullen van de vragenlijst meteen om de volgende afspraak te plannen. Dat gaat tegenwoordig heel makkelijk digitaal, het helpt een geschikt moment in de agenda te vinden en ondersteunt regelmatige donatie.

Inhaalslag

Dat zijn een hoop maatregelen. Sanquin wil daarbij plasma doneren makkelijker en leuker maken, maar vraagt tegelijk best wat van de plasmadonors. Dat is met reden, want we zien dat al onze voorbereidingen nog niet het gewenste effect hebben. In de afgelopen 5 jaar bijvoorbeeld zijn plasmadonors juist opvallend minder vaak langsgekomen: van gemiddeld 5,4 plasmadonaties per jaar naar 4,4. Die daling in opkomst heeft als gevolg dat er ruim 50.000 liter plasma minder beschikbaar is gekomen.

Dat beperkt de gewenste groei in plasma-inzameling aanzienlijk. Ook zien we dat nog altijd een groot deel van donors na een donatie weer vertrekt, zonder een nieuwe afspraak te hebben gemaakt. Dat tij moeten we keren.

Gewenst resultaat

Zolang de eiwitten uit gedoneerd plasma komen, zijn meer plasmadonors en meer plasmadonaties nodig om patiënten te helpen hun leven te verbeteren of zelfs te redden. Daarom hoor je hier binnenkort ongetwijfeld meer over.

09 januari 2023