menu

Aarnoud: “Op de operatietafel is extra bloed soms hard nodig”

Je merkt er zelf waarschijnlijk niets van wanneer je op de OK ligt voor een operatie, maar er ligt altijd bloed voor je klaar als dat nodig is. “Of er bloed moet komen, kan ik onder andere aan de kleur van de patiënt zien”, zegt Aarnoud Teune van het Jeroen Bosch Ziekenhuis in ‘s-Hertogenbosch. Als anesthesioloog zorgt hij ervoor dat patiënten veilig een operatie doorkomen. Naast het verzorgen van de verdoving bewaakt hij tijdens de operatie alle vitale functies van het lichaam, zoals de bloedcirculatie, en grijpt in wanneer nodig. 

Ook bloed- of plasmadonor worden? Meld je aan en red een leven!

Wie onder het mes gaat, wordt goed gemonitord tijdens de operatie. “We volgen de bloeddruk en de hartslag”, zegt Aarnoud. “Als die opeens veranderen, gaan de alarmbellen af. Bij aanvang zijn de bloedwaardes al bekend, maar soms laten we het Hb nog eens onderzoeken tijdens de operatie. Dan gaat er met spoed een buisje naar het lab. Ik kan het soms al aan een patiënt zien of er extra bloed nodig is. De gelaatskleur wordt dan heel bleek. Verder let ik op de hoeveelheid bebloed verbandgaas en het niveau van de zuigpot tijdens de operatie, dat geeft ook een idee. Een beetje bloed kun je wel verliezen, maar als het te veel wordt is een transfusie nodig. Hiervoor zijn transfusierichtlijnen opgesteld.”

Twee liter bloed verliezen

Extra bloed bij een operatie gebeurt vaak bij chirurgie aan de grote vaten of wanneer een placenta niet goed loslaat. “Als de baarmoeder niet goed samentrekt na een bevalling, kun je zo twee liter bloed verliezen”, zegt Aarnoud. “Het komt ook voor dat een tumor ingegroeid blijkt te zijn in de bloedvaten. Op de operatietafel moeten we dan beslissen om een bloedvat open te knippen en extra bloed te laten komen.” De anesthesiemedewerker belt in dat geval naar het ziekenhuislab en geeft de patiëntgegevens door. 

Universeel bloed

Als er genoeg tijd is, kan het lab donorbloed met de bloedgroep van de patiënt selecteren en een kruisproef uitvoeren: daarbij wordt een beetje donorbloed met patiëntbloed gemengd om te controleren of de match goed verloopt. Aarnoud: “Soms is daar geen tijd voor, dan moeten we zo snel mogelijk bloed geleverd krijgen. In dat geval levert het lab ‘universeel’ bloed met bloedgroep O negatief. Dat kan je in principe aan iedereen geven. Er zit altijd een risico aan dat het lichaam toch een afweerreactie geeft, maar als het alternatief is dat de patiënt overlijdt, is de keuze snel gemaakt.”

Plasma heel belangrijk

Ook plasma en bloedplaatjes worden regelmatig gegeven tijdens een operatie. “Plasma is bijvoorbeeld heel belangrijk vanwege de stollingseiwitten die erin zitten. Want als het bloed van een patiënt niet wil stollen, heeft het geen zin om alleen rode bloedcellen te geven. Die stromen dan zó weer het lichaam uit. Bij zware bloedingen geven we meestal naast elke zak bloed ook een zak plasma.”

Speciaal vervoer

Aarnoud benadrukt dat er alleen bloed wordt gegeven als het écht nodig is. “Het gebruik van bloed tijdens operaties neemt af. Onder meer omdat ziektes eerder gevonden worden en chirurgen vaker opereren met kijkoperaties, waardoor minder snel bloedingen ontstaan. Dat is een goede zaak. Donorbloed is niet oneindig, we moeten er voorzichtig mee omgaan. Wij hebben in ons ziekenhuis bijvoorbeeld twee patiënten die zeldzame antistoffen in hun bloed hebben, waar maar heel weinig donorbloed bij past. Als zij een operatie moeten ondergaan wordt van tevoren dat donorbloed met speciaal vervoer van Sanquin naar ons gebracht. Als het bloed niet nodig blijkt te zijn, wordt het weer teruggebracht naar Sanquin.”

21 november 2022