Mannen mogen maximaal 5 keer per jaar bloed geven, vrouwen maximaal 3 keer per jaar. Het is afhankelijk van je bloedgroep en de vraag vanuit de ziekenhuizen hoe vaak je wordt opgeroepen.
Bloed van een donor met bloedgroep AB-positief kan bijvoorbeeld alleen aan mensen met bloedgroep AB-positief gegeven worden en niet aan andere bloedgroepen. En aan de andere kant: de 2,5% Nederlanders met AB-positief bloed kunnen wel bloed ontvangen van donors met alle andere bloedgroepen. We noemen ze daarom universele ontvangers. De ziekenhuizen kunnen dus veilig kiezen om weinig AB-positief bloed te bestellen terwijl ze toch de beste zorg kunnen geven aan patiënten met de bloedgroep AB-positief. Dit alles bij elkaar opgeteld zorgt ervoor dat donors met een AB-positieve bloedgroep bijna nooit een oproep van ons krijgen: gemiddeld eens in de twee à drie jaar. Ter vergelijking: de meest gevraagde bloedgroep is O-negatief. Die bloedgroep kan aan iedereen worden gegeven, en noemen we daarom ook wel universele donors. Zij worden dus meerdere keren per jaar gevraagd om bloed te komen geven.
Heb je een bloedgroep die niet vaak wordt opgeroepen? Dan kun je als je wilt overstappen naar plasma doneren. Op die manier kun je vaker bijdragen aan onmisbare zorg voor patiënten. Plasma, een onderdeel van je bloed, is hard nodig om medicijnen te kunnen maken voor mensen met zeldzame ziektes. De vraag naar plasma blijft groeien. Bij plasmadonatie is je bloedgroep niet van belang en bepaal je zelf hoe vaak je doneert.