Geschiedenis

Geschiedenis van bloedvoorziening

Stichting Sanquin Bloedvoorziening is opgericht in 1998, maar de eerste bloedtransfusiedienst in Nederland stamt uit 1930. 

Van experimenten naar een veilige bloedvoorziening 

De vroegste mensen hadden het al begrepen: je moet voldoende bloed in je lichaam hebben om te kunnen blijven leven. Niet voor niets is bloed duizenden jaren lang gebruikt als geneesmiddel, heilig relikwie of offer in rituelen. Toch is het nog maar kort geleden dat Nederland een eigen bloedvoorziening kreeg; de eerste bloedtransfusiedienst werd in 1930 opgericht. Meerdere volgden. In 1998 werden deze diensten samengevoegd tot één organisatie: Stichting Sanquin Bloedvoorziening. We maken in dit verhaal een reis terug in de geschiedenis.    

De eerste pogingen 

De eerste gedocumenteerde bloedtransfusie vond plaats op 15 juni 1667, en liep niet goed af. Het donorbloed was afkomstig van een lam en de donor én de patiënt overleefden de transfusie niet. Dierlijk bloed bleek niet te matchen met dat van mensen. In hetzelfde jaar werd de eerste bloedtransfusie uitgevoerd van mens naar mens. Soms ging dat goed, soms ook niet.  

Ontdekking van bloedgroepen 

Fast forward naar 1900, als de Oostenrijkse arts Karl Landsteiner een heel belangrijke ontdekking doet: hij ziet dat aan de buitenkant van rode bloedcellen twee structuren voorkomen, die de ene persoon wel heeft en de andere niet of gedeeltelijk. Dit vertaalt hij naar het AB0-bloedgroepensysteem. Opeens wordt duidelijk waarom patiënten soms ernstig ziek worden van donorbloed of zelfs sterven: ze hebben bloed van de verkeerde bloedgroep ontvangen. Als Landsteiner in 1940 ook nog een andere bloedgroep ontdekt, de rhesusfactor, wordt het veel veiliger om bloed van de ene persoon aan de andere te geven.  

Brits voorbeeld 

In 1921 richt Sir Percy Oliver van het Britse Rode Kruis de eerste bloedtransfusiedienst op. Hij voert het principe in dat bloed vrijwillig gegeven moet worden, dat er niet voor betaald mag worden en dat het gegeven moet worden zonder aanziens des persoons. Een uitstekend uitgangspunt, vindt de Nederlandse internist H. van Dijk, die volgens dezelfde principes in 1930 de eerste Nederlandse bloedtransfusiedienst opricht in Rotterdam. Dit voorbeeld vindt snel navolging in andere Nederlandse steden. De dreiging van de Tweede Wereldoorlog is een extra stimulans om bloeddonors te werven. In 1940 zijn er 28.000 geregistreerde donors in Nederland. Er worden ook 2 ‘conserveerinrichtingen’ opgericht, waar bloed op voorraad wordt gehouden voor noodgevallen. De Rotterdamse conserveerinrichting wordt in mei 1940 alweer weggebombardeerd; de Amsterdamse conserveerinrichting breidt zich uit en bouwt een plasmadrooginstallatie om gevriesdroogd plasma te kunnen leveren aan oorlogsslachtoffers.    

Van 110 naar 22 bloedbanken 

In 1943 wordt vanuit de Amsterdamse conserveerinrichting het Centraal Laboratorium van de Bloedtransfusiedienst (CLB) opgericht. Hun taken: bloedgroepen bepalen van gedoneerd bloed, en geneesmiddelen produceren uit bloedplasma. Het CLB begint steeds meer diagnostisch en wetenschappelijk onderzoek te doen. In de jaren ‘50 groeit het uit tot hét kenniscentrum in Nederland op het gebied van bloed. Er zijn inmiddels 110 bloedtransfusiediensten in Nederland ontstaan die donors keuren, het bloed afnemen en op voorraad houden. Deze diensten gaan steeds meer samenwerken en in 1973 worden ze geconcentreerd in 22 regionale, zelfstandige bloedbanken.  

Geboorte van Sanquin 

De 22 bloedbanken opereren echter allemaal zelfstandig van elkaar. Daardoor is de kwaliteit en uniformiteit van de bloedproducten niet altijd even stabiel. Er ontstaan bovendien spanningen tussen het CLB en de bloedbanken, onder meer over de eigen plasma-inzamelingen van het CLB en de afgesproken tarieven. Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Els Borst grijpt in: ze laat midden jaren ‘90 onderzoeken hoe de bloedvoorziening in Nederland beter kan worden ingericht. Het antwoord: breng alle partijen onder in één centraal aangestuurde organisatie, onder verantwoordelijkheid van de overheid. En dus gaan het CLB en de 22 bloedbanken op 1 januari 1998 op in Stichting Sanquin Bloedvoorziening. Naast het afnemen, verwerken en uitgeven van bloedproducten, houdt Sanquin zich sindsdien bezig met het verrichten van onderzoek, het verzorgen van onderwijs en het bieden van diagnostiek.  

Naam en pelikaan 

De naam Sanquin is een verwijzing naar de letterlijke betekenis van het woord bloed in het Frans (sang) en het Latijn (sanguis). Het beeldmerk, een pelikaan, wordt overgenomen van de eerste bloedtransfusiedienst uit 1930 in Rotterdam. De pelikaan is al sinds de Middeleeuwen het symbool van altruïsme en barmhartigheid. Volgens een legende pikte een kroeskoppelikaan haar borst open om haar hongerige jongen met haar eigen bloed te voeden. Een prachtig symbool, vinden wij, voor de onbaatzuchtige bloeddonaties van onze donors.  

Inmiddels is Sanquin verankerd in de Nederlandse samenleving. Hoewel we intern behoorlijk wat gereorganiseerd hebben, staat onze maatschappelijke taak nog altijd fier overeind: samen met onze donors levens redden en verbeteren door het leveren van veilige bloedproducten aan patiënten en het verrichten van baanbrekend onderzoek naar bloedziekten.