“Ik denk dat mama spidermanbloed heeft”

Nadat haar kinderen een bloedtransfusie kregen, werd Petra bloeddonor om iets terug te kunnen doen. 

Nadat eerst haar oudste zoon een bloedtransfusie nodig had vanwege het parvovirus en vervolgens ook haar jongste zoon, wist Petra het zeker: ze wilde bloeddonor worden om iets terug te kunnen doen. 

Ook bloed- of plasmadonor worden? Meld je aan!

De timing waarop Petra’s oudste zoon Martijn (toen 5 jaar) ziek werd, kon niet slechter. Petra verbleef net met haar beide jongens in een vakantiehuisje om op adem te komen. Vier weken eerder was haar man en de vader van de jongens onverwacht overleden na een hartstilstand. Maar rustig rouwen kwam er niet van; Martijn werd plotseling erg ziek, met hoge koorts. Petra voelde direct dat het niet goed zat en keerde terug naar huis met de kinderen. “Martijn zag zo wit, hij was net een spookje.” De huisarts stelde vast dat hij het parvovirus B19 had, ook wel bekend als de vijfde ziekte. 

Erfelijke bloedarmoede 

Het parvovirus is een relatief onschuldig virus dat vooral bij kinderen voorkomt: ze krijgen rode vlekjes en soms jeuk en koorts, meestal worden ze niet erg ziek. Maar speelt er een onderliggende medische aandoening, dan kan het heel anders uitpakken. Van Martijn was al bekend dat hij sferocytose heeft, een erfelijke vorm van bloedarmoede. Daarbij hebben de rode bloedcellen een afwijkende vorm en worden ze te snel afgebroken. Niet iedereen heeft daar evenveel last van, maar wanneer het lichaam ook nog een virusinfectie erbovenop krijgt, kan het bloed opeens veel sneller worden afgebroken.  

Pleister met spinnetje 

Petra: “Martijn bleek een Hb-waarde van 2,9 te hebben, dat is extreem laag en heel gevaarlijk. We moesten direct naar het ziekenhuis, waar ze hem tot twee keer toe een bloedtransfusie gaven.” Zelf herinnert Martijn, inmiddels 13 jaar oud, zich nog goed hoe er op de plek van het infuus een pleister zat met daarop de afbeelding van een spinnetje. Martijn: “Daarom zei ik dat ik spiderman-bloed kreeg!” Petra, lachend: “En dat spiderman-bloed deed zijn werk goed, want hij kreeg direct weer blosjes op zijn wangen.” 

Bloed opwarmen 

Martijn was net anderhalve dag thuis, toen zijn jongere broertje Thomas (toen 2 jaar) ziek werd van hetzelfde parvovirus. Petra: “Van hem wisten we nog niet dat hij sferocytose had, maar hij kreeg precies dezelfde verschijnselen als Martijn. Met een Hb van 3,3 moest ook hij dringend een bloedtransfusie. En ook bij hem volgde er nog een tweede transfusie.” Thomas, inmiddels 10 jaar, vult aan: “En ik kreeg ook een spiderman-pleister!” 

“Zo kan ik tenminste wat terug doen”

Petra herinnert zich dat de verpleegkundige aan haar vroeg om de zak met bloed eerst tegen haar buik te houden om het bloed op te warmen, vóórdat Thomas het kreeg. “Dat vond ik een gekke vraag, maar natuurlijk deed ik het. Toen ik daar stond met die zak bloed tegen me aan en keek naar mijn kind in het ziekenhuisbed, dacht ik: hier moet ik wat mee. Ik had weleens van het belang van bloedtransfusies gehoord omdat een neefje van de jongens óók sferocytose heeft en als baby al een keer een transfusie nodig had gehad. Maar ik was er nooit toe gekomen om mezelf als donor aan te melden. Daar in het ziekenhuis bedacht ik dat inmiddels drie familieleden heel hard bloed nodig hadden gehad. Ik wilde wat terug doen, dus heb ik me kort daarna aangemeld als bloeddonor.”  

Knap 

De eerste keer dat ze bij Sanquin kwam om te doneren, voelde Petra zich heel dankbaar. “Eindelijk kon ík iemand anders helpen. Sindsdien heb ik nooit een donatie gemist en het voelt nog steeds zó goed. Een paar keer mocht ik niet geven omdat mijn ferritine-waarde te laag was. Daar baalde ik ontzettend van.”  

“Ik heb nog nooit een donatie gemist en het voelt nog steeds zó goed” 

Martijn en Thomas gaan wel eens mee met hun moeder naar Sanquin. “Martijn mocht zelfs al eens meehelpen met het afnemen van de drie buisjes bloed aan het begin van de donatie”, vertelt Petra. “Dat vond ik heel leuk om te doen”, reageert Martijn. “Ik vind het ook knap van mama dat ze bloed geeft voor andere mensen.” “Ja, het is heel lief van haar”, bevestigt Thomas. “Ik denk dat mama ook spidermanbloed heeft.”  

Boodschap 

Martijn en Thomas zijn, inmiddels ruim zeven jaar verder, vrolijke jongens die graag samen aan de waterkant staan met hun hengels. Een bloedtransfusie hebben ze sinds de besmetting met het parvovirus gelukkig niet meer nodig gehad. Wel zijn bij beiden uit voorzorg de milt en de galblaas verwijderd vanwege hun sferocytose. “Als het zou kunnen, zou ik later ook wel donor willen zijn”, zegt Martijn. “Maar dat kan denk ik niet.” De broers hebben in ieder geval een duidelijke boodschap voor alle donors: “Dank je wel voor wat jullie doen, en ga zo door!” 

Wil je ook levens redden?

Ben je nog geen donor, en heb je een paar keer per jaar een uurtje de tijd? Meld je dan nu aan als bloed- of plasmadonor bij Sanquin! Of ben je donor, log in om een afspraak te maken.

05 juni 2025