menu

25 fascinerende feitjes over plasma

25 weetjes over de gele motor in jouw bloed.

Een levensreddend elixer, zo mag je plasma best noemen. Dit onderdeel van je bloed zit vol met eiwitten, hormonen, zouten, vetten en suikers die allemaal nodig zijn om de processen in je lichaam aan de gang te houden. Als donor schenk je een deel van dit gouden vocht om andere mensen te helpen die een tekort hebben. Prachtig toch? Ter ere van 25 jaar Sanquin hebben we 25 interessante plasmafeitjes voor je verzameld.

  1. Je bloed is opgebouwd uit bloedplasma, rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes. Ongeveer de helft van het bloedvolume is bloedplasma, meestal gewoon ‘plasma’ genoemd.
  2. Het grootste bestanddeel van plasma is … water! Daaruit bestaat maar liefst 91,5% van je plasma. De andere 8,5% bestaat uit eiwitten, hormonen, zouten, vetten (zoals cholesterol) en suikers.
  3. Plasma vervoert je bloedcellen door je lichaam. Het brengt je rode bloedcellen naar je longen waar ze zuurstof opnemen en kooldioxide afgeven.
  4. Plasma heeft ook een rol in de temperatuurregeling van je lichaam. Het helpt om je lichaam af te koelen als je het te warm hebt en op te warmen als je het te koud hebt.
  5. In je plasma zitten ontzettend veel verschillende eiwitten. Van duizenden weten we inmiddels de werking. Maar er valt nog heel veel te ontdekken in plasma.
  6. 20 van de bekende plasma-eiwitten worden ingezet vanwege de therapeutische waarde: ze worden verwerkt in geneesmiddelen voor patiënten die zelf een tekort aan deze eiwitten hebben en daardoor erg ziek zijn.
  7. Meer dan 100 verschillende aandoeningen worden behandeld met plasmageneesmiddelen; van afweerstoornissen, stollingsziekten, zenuw- en spieraandoeningen tot ontstekingsziekten.
  8. Immunoglobuline, een medicijn dat bestaat uit antistoffen uit plasma, beschermt patiënten met afweerstoornissen tegen infecties. Ze worden ook ingezet als geneesmiddel om de werking van schadelijke antistoffen in het eigen lichaam af te weren.
  9. De vraag naar behandeling met immunoglobuline neemt toe. Dit zorgt voor een steeds grotere behoefte aan de inzameling van plasma. De behoefte aan plasma groeit met zo’n 7% per jaar. Daarom zijn er steeds meer plasmadonors nodig.
  10. Ongeveer 25.000 mensen in Nederland zijn voor hun gezondheid afhankelijk van een plasmageneesmiddel. Soms zijn plasmageneesmiddelen zelfs levensreddend!
  11. Ook stollingsfactoren worden uit plasma gehaald. Dat zijn eiwitten die helpen om bloedingen tegen te gaan, bijvoorbeeld bij patiënten met hemofilie of patiënten die bloedverdunners gebruiken en plotseling een bloeding krijgen, die moet worden gestopt.
  12. Een ander belangrijk eiwit in plasma is albumine. Dit zorgt ervoor dat het water in de bloedvaten blijft en niet weglekt naar de weefsels. Oplossingen van albumine worden gegeven ter vervanging van plasma. Bij mensen waarbij plasma met ziekmakende stoffen wordt afgenomen, of bij veel bloedverlies bijvoorbeeld.
  13. Plasma wordt soms rechtstreeks aan patiënten gegeven. Bijvoorbeeld als iemand heel veel bloed verliest. Dan krijgt hij transfusies met rode bloedcellen, bloedplaatjes en plasma. Zonder de stollingsfactoren in het plasma kan het bloed niet goed stollen en blijft de patiënt maar bloeden.
  14. Ongeveer 5% van al het ingezamelde plasma wordt gebruikt voor een plasmatransfusie.
  15. Plasma heeft geen bloedgroepen, zoals rode bloedcellen. Het bevat wél antistoffen tegen bloedgroepen die je zelf niet hebt. Heb je bijvoorbeeld bloedgroep A, dan zullen e antistoffen tegen bloedgroep B in je plasma zitten. En heb je bloedgroep 0, dan heb je zowel tegen A als B antistoffen in je plasma.
  16. Plasma dat rechtstreeks naar de patiënt gaat, is afkomstig van meerdere donors met dezelfde AB0 bloedgroep als de patiënt die het ontvangt. Ze hebben dan geen last van antistoffen tegen bloedgroepen uit het donorplasma.
  17. Bij sommige vormen van chirurgie wordt lijm op basis van het plasma-eiwit fibrine gebruikt om de wonden te dichten.
  18. Wist je dat Sanquin met bloedvoorzieningsorganisaties in andere landen overlegt hoe we meer plasmadonors kunnen werven? Dat doen we in het SUPPLY-project. Want overal in Europa speelt hetzelfde probleem: we hebben meer plasma nodig om geneesmiddelen te maken voor onze patiënten.
  19. Gezond plasma heeft een heldere, lichtgele tot lichtbruine kleur. Die kleur kan veranderen afhankelijk van wat je eet en of je bepaalde geneesmiddelen gebruikt.
  20. Heb je vlak voor je donatie een patatje met mayo of satésaus gegeten, of een stuk mokkataart? Door vette voeding kan je plasma de kleur van koffiemelk krijgen. In dat geval moeten we het plasma helaas afkeuren voor gebruik.
  21. ‘Hulkenplasma’ noemen we de zeldzame plasmadonaties die groen van kleur zijn. Dat plasma is afkomstig van vrouwelijke donors die een bepaald type anticonceptiehormoon slikken. Dit plasma kan gelukkig gewoon verwerkt worden.
  22. Sanquin meet 1 keer per jaar bij alle plasmadonors de totale hoeveelheid eiwit in hun plasma. Wanneer die waarde afwijkt, dan belt de donorarts de donor met het advies aanvullend onderzoek te laten doen. Toch handig, zo’n extra jaarlijkse controle!
  23. Als je bloed doneert, wordt je plasma na de donatie gescheiden van de bloedcellen. Hiervoor gebruiken we een centrifuge, waardoor de zwaardere bloedcellen naar beneden zakken en het lichtere plasma bovenop drijft.
  24. Je kunt ook alleen plasma doneren, als plasmadonor. In dat geval wordt via een aferese- apparaat alleen het plasma uit je bloed opgevangen en bewaard. Het aferese-apparaat bevat een centrifuge die de bloedcellen scheidt van het plasma. Je ontvangt je bloedcellen via de machine weer terug in je lichaam. 
  25. Je lichaam herstelt snel van de plasmadonatie: binnen 7 tot 10 dagen zijn alle eiwitten en andere stoffen weer aangevuld. Daarom mag je, als je alleen plasma geeft, veel vaker komen doneren: maximaal 26 keer per jaar.
16 november 2023