“Als bloeddonor kan ik iets terugdoen”

Donorverhaal
Bloedtransfusie
Aangemaakt

Anouk had bloedtransfusies nodig na haar bevalling. Nu heeft ze zich zelf aangemeld als bloeddonor.

Foto van donor Anouk

Anouk had twee keer binnen een week een bloedtransfusie nodig vanwege complicaties na haar bevalling. Nu ze hersteld is, heeft ze zich aangemeld als bloeddonor. “Ik wil de cirkel graag rondmaken.”

“Bestel maar een bord spaghetti voor me, ik heb honger”, zei Anouk na de bevalling van haar tweede dochter. Alles was voorspoedig verlopen, naar verwachting kon ze het ziekenhuis snel verlaten en dochter Tess mee naar huis nemen. Er was wel nog even een kleine operatie nodig op de OK; haar placenta en vliezen waren niet helemaal naar buiten gekomen. Anouk: “De zorgverleners deden daar heel luchtig over, zeiden dat het een ingreep van niks was. Maar toen ik na de operatie bijkwam van de narcose op de recovery, voelde ik me héél slecht. Ik had ontzettend veel buikpijn. ‘Dat is normaal na een bevalling,’ zeiden ze, ‘het zullen de naweeën zijn’. Maar ik had het idee dat er meer aan de hand was.”

Alarmbellen

Anouks vermoeden klopte: ze bleek een interne bloeding in haar baarmoeder te hebben, waardoor ze uiteindelijk 3,6 liter bloed verloor. “Op een gegeven moment gingen alle alarmbellen af”, zegt ze. “Van alle kanten kwamen dokters aangerend. Omdat ik zoveel bloed had verloren, gaven ze me een transfusie met bloed en plasma. Het werd niet op de gebruikelijke druppelstand toegediend maar ging in grote hoeveelheden ineens mijn lichaam in, zo hoog was de nood.”

Tweede transfusie

Het donorbloed deed gelukkig wat het moest doen: het redde Anouks leven. Ze mocht naar huis om te herstellen. Een week later was ze helaas weer terug in het ziekenhuis. “Ik knapte thuis niet op, maar werd alleen maar zwakker. Bovendien kreeg ik last van mijn been: ik had een ontstoken ader. Het was een geluk bij een ongeluk dat ik vanwege mijn been in het ziekenhuis was, want toen ze mijn bloedwaarden checkten, bleek ik een Hb van 3 te hebben, extreem laag. Ik kreeg direct opnieuw een bloedtransfusie.”

Herstel

Anouk had in haar eerste kraamweek veel bloedstolsels verloren, waardoor ze nog steeds ernstige bloedarmoede had. De tweede bloedtransfusie gecombineerd met een infuus met ijzer bracht haar opnieuw op de been. “Deze keer kreeg ik het bloed in een normaal tempo toegediend, met een druppelend infuus. Ik merkte duidelijk dat ik gaandeweg sterker werd van de transfusie.”

Toch had ze nog een lange weg te gaan voor volledig herstel. “De eerste vijf weken na de bevalling heb ik in bed moeten liggen. Ik had nergens kracht voor, ik kon niet eens zelf douchen of de trap op komen. Ik zit nu, Tess is inmiddels 1 jaar oud, eindelijk weer een beetje op mijn oude energieniveau.”

Anouk met kinderen in de speeltuin.

Cirkel rondmaken

Door alle hectiek van een nieuw leven in haar gezin en de zorg voor haar andere dochter Bo van 3, duurde het even voordat Anouk echt besefte wat er was gebeurd. “Ik stond de eerste maanden in een overlevingsstand. Daarna kwam er pas tijd om te reflecteren op de ervaring in het ziekenhuis. Dat was best pittig. En ik besefte dat mijn leven was gered door bloeddonors.” Ze besloot een paar maanden terug zichzelf ook aan te melden als bloeddonor, om iets terug te kunnen doen.

“Het voelt voor mij als de cirkel rondmaken. Ik had bloed nodig, ik heb het gekregen en ben hersteld. En nu wil ik het doorgeven aan iemand anders die het nodig heeft.”

Even wachten

Haar medische keuring heeft Anouk al achter de rug. Ze kan inderdaad donor worden, en met haar bloedgroep 0- (het type bloed dat je aan alle patiënten kan geven) ziet Sanquin haar heel graag als bloeddonor. “Maar omdat ik eigenlijk pas net weer de oude ben en het lang heeft geduurd voor mijn Hb goed was, vindt de donorarts van Sanquin het verstandig om nog even te wachten met doneren. Dat snap ik, mijn eigen gezondheid is natuurlijk ook belangrijk.” Ze verwacht dat de eerste keer doneren haar een positief gevoel zal geven. “Je kan echt van toegevoegde waarde zijn als donor. Als mensen vragen waarom je het zou doen, kun je beter vragen: ‘Waarom zou je het níet doen?’ Als er geen donorbloed was geweest, hadden mijn twee dochters nu geen moeder gehad.”