Coronavaccinatie en gevolg voor bloedtransfusie

Soms komen er nog vragen over de gevolgen van corona en coronavaccins voor bloeddonatie. Deze pagina geeft uitleg en Sanquins standpunt.
Sanquin gaat niet over vaccins en de werking daarvan
Voor Sanquin geldt dezelfde vraag zowel voor als na de Covid-19 epidemie: zijn bloedproducten, verkregen uit bloeddonaties, veilig voor toediening aan patiënten? Dat is Sanquins aandachtsgebied. Andere vragen, zoals over vaccins, de werking of samenstelling van vaccins, zullen we daarom doorverwijzen naar de toezichthouders en producenten.
Gedoneerd bloed na vaccinatie
Het vectorvaccin (AstraZeneca, Janssen) bevat een verkoudheidsvirus dat zich niet kan vermenigvuldigen met daarin een instructie voor het aanmaken van spike-eiwitten.
In de mRNA-vaccins (BioNTech/Pfizer, Moderna) zit een vetbolletje met mRNA die de instructie voor het aanmaken van spike-eiwitten bevat. Het aanwezige mRNA is niet in staat om zich te binden aan menselijk DNA, en kan het daarom ook niet manipuleren.
Beide soorten vaccins roepen een respons op: de lichaamseigen cellen maken spike-eiwitten. Die eiwitten zijn vrijwel identiek aan de eiwitten die aan de buitenkant van het coronavirus zelf zitten. Het eigen immuunsysteem herkent die spike-eiwitten als ongewenste indringer. In reactie maakt het immuunsysteem antistoffen tegen die spike-eiwitten aan. Diezelfde antistoffen werken dus ook tegen SARS-COV-2 (het coronavirus). Het proces tussen vaccinatie en het aanmaken van voldoende antistoffen om een nieuwe SARS-COV-2 af te kunnen slaan, duurt ongeveer twee weken.
De coronavaccins worden in de spier toegediend. De stoffen in het vaccin worden vanuit de plek van injectie meegevoerd naar de omliggende spiercellen en lymfeklieren. De stoffen in het vaccin worden snel in het lichaam afgebroken. Dat is een kwestie van enkele weken. Vanuit de spier zullen de afgebroken stoffen van het vaccin in de lymfeklieren terecht komen en van daar uit in de bloedbaan. De nieren en lever ruimen dat op.
De spike-eiwitten en antistoffen worden door het eigen lichaam gemaakt. Antistoffen zullen in het plasma van bloed terecht komen en daar maanden aanwezig zijn. Spike-eiwitten worden binnen enkele weken door de dan voldoende aanwezige antistoffen opgeruimd. Heel soms komen spike-eiwitten tijdelijk in plasma voor.
Donors worden na hun vaccinatie voor ten minste een week uitgesteld voor donatie, vanwege eventuele reacties die na de vaccinatie kunnen ontstaan (zoals koorts/pijn/jeuk). Bij sommige symptomen is het dan niet mogelijk om te achterhalen of de donor een reactie op vaccinatie heeft, of daadwerkelijk ziek is. Uit voorzorg wordt een donatie daarom uitgesteld. De donor kan weer doneren als er geen gezondheidsklachten zijn. Dit betekent dat dan het vaccin zijn werk heeft gedaan en het lichaam de spike-eiwitten voor het grootste deel zal hebben opgeruimd.
Gedoneerd bloed wordt bewerkt
Gedoneerd bloed gaat nooit “de ene arm uit, de andere arm in”: geen patiënt krijgt dus het bloed zoals het in de donor door de aderen stroomt.
Gedoneerd bloed wordt altijd in delen opgesplitst: van elk van die delen (rode bloedcellen, bloedplaatjes, plasma) worden aparte producten gemaakt. Witte bloedcellen, als onderdeel van het immuunsysteem, worden weggefilterd (want die hebben voor de patiënt geen toegevoegde waarde, en kunnen zelfs een negatieve reactie veroorzaken). Een patiënt krijgt van de dokter alleen dat product toegediend wat de patiënt nodig heeft.
Is bloed van een gevaccineerde donor veilig?
Bloedproducten van een gevaccineerde donor zijn even veilig als die van een ongevaccineerde donor.
- Bloedproducten kunnen niet 100% vrij van plasma zijn, dus een kleine hoeveelheid antistoffen kunnen meekomen bij een bloedtransfusie.
- Er is een extreem kleine kans dat afgebroken stoffen van het vaccin of spike-eiwitten in een bloedproduct voorkomen. In het uiterste geval dat die toch aanwezig zijn, gaat het om minuscule hoeveelheden. Een negatief effect voor de gezondheid van de bloedontvanger is verwaarloosbaar klein.
- Plasmageneesmiddelen worden gemaakt uit plasmadonaties en het plasmadeel van een bloeddonatie. Antistoffen worden hier uit geïsoleerd, gezuiverd en geconcentreerd. Andere eiwitten komen niet in het geneesmiddel terecht.
Artsen maken melding als complicaties optreden als gevolg van een transfusie. Dat is een cruciaal onderdeel in de Nederlandse bloedvoorziening. Er is nog steeds geen enkele melding gemaakt door behandelende artsen dat bloedproducten, afkomstig van gevaccineerde donors, gezondheidsproblemen hebben veroorzaakt bij de ontvangende patiënt. Niet bij Sanquin, en niet door Europese bloedbanken bij de European Centre for Disease prevention and Control (ECDC). Dat is een belangrijk gegeven, als we dat vergelijken met de jaarlijkse cijfers.
De Covid-19 uitbraak begon in Europa in 2020 en de Covid-19 vaccinaties in Nederland op 6 januari 2021. Per jaar vinden in Nederland 400.000 bloeddonaties plaats. Die gaan naar ruim 80.000 patiënten in de vorm van bloedtransfusies. Daar komen nog eens jaarlijks meer dan 330.000 plasmadonaties bij, waarvan geneesmiddelen worden gemaakt voor 25.000 patiënten met chronische aandoeningen. Daarmee is er vanuit de praktijk nog steeds geen aanleiding om te vermoeden dat deze vaccinaties een nadelig effect kunnen hebben op bloedproducten.