menu

Rhesusfactor

Het rhesus bloedgroepensysteem wordt samen met het ABO-bloedgroepensysteem gebruikt om bloedgroepen in te delen in categorieën op basis van bepaalde kenmerken.

Rhesusfactor betekenis

De rhesusfactor (Rh) is een eiwit dat op de oppervlakte van de rode bloedcellen kan zitten en daarmee je bloedgroep bepaalt. Als de rhesusfactor op je rode bloedcellen zit, ben je rhesus positief. Dit is het geval bij 85% van de mensen. Als de factor ontbreekt, ben je rhesus negatief. Dit is bij de andere 15% van de mensen het geval. Of je Rh-positief of Rh-negatief bent, is erfelijk bepaald. In jouw DNA zit één kopie van de rhesusfactor-genen van je moeder en één kopie van je vader. Samen bepaalt dat welke rhesusfactor jij krijgt.

Meer over rhesus

  • Wat betekent rhesus negatief?

    Met rhesus negatief wordt bedoeld dat je een bepaald antigeen, genaamd Rh D, niet hebt. Dat antigeen is een eiwit dat op de oppervlakte van de rode bloedcellen kan zitten. Dit wordt ook wel de rhesusfactor genoemd. Als je rhesus positief bent, heb je dat antigeen wel. 

  • Welke rhesusfactor heb ik?

    Je rhesusfactor (Rh) is positief of negatief en is erfelijk bepaald. Dit is te zien via bloedonderzoek. Met de rhesusfactor wordt eigenlijk Rh D bedoeld. 

  • Hoe weet ik mijn rhesusfactor?

    Via bloedonderzoek wordt bepaald of je rhesus positief of rhesus negatief bent. Dit onderzoek wordt meestal gedaan tijdens de zwangerschap. Bij Sanquin bepalen we de bloedgroep van donors ook. 

  • Hoeveel mensen zijn rhesus negatief?

    15% van de Nederlanders zijn rhesus negatief.  

Bekijk alle veelgestelde vragen arrow_forward

Rhesusfactor zwangerschap

Als een zwangere vrouw die rhesus negatief is een rhesus positief kind verwacht, kan dat problemen opleveren. Tijdens de zwangerschap en bevalling kunnen er namelijk rode bloedcellen van het kind in de bloedbaan van de moeder terechtkomen. Wanneer de zwangere vrouw rhesus negatief is en het kind rhesus positief, kan het afweersysteem van de vrouw antistoffen aanmaken tegen de rhesusfactor. Het afweersysteem van de moeder ziet het kinderbloed namelijk als indringer die afgebroken moet worden. Dit gebeurt meestal pas na de bevalling, waardoor het eerste kind er geen last van heeft.

Bij een volgende zwangerschap van een rhesus negatieve vrouw met een rhesus positief kind kunnen deze gemaakte antistoffen wel voor problemen zorgen. Tijdens een zwangerschap geeft de moeder via de placenta antistoffen aan haar ongeboren kind. Op die manier krijgt het kind de eerste afweer tegen allerlei ziekten via de moeder. Wanneer de moeder tijdens een vorige zwangerschap rhesus-antistoffen heeft aangemaakt, blijven deze in haar bloed aanwezig en kunnen ze bij een volgende zwangerschap via de placenta in de bloedsomloop van het (ongeboren) kind komen. Hierdoor kunnen dan problemen ontstaan wanneer zij een kind verwacht dat rhesus positief is. De antistoffen van de moeder breken de rode bloedcellen van het kind af en zo krijgt het kind bloedarmoede (anemie)

Rhesusziekte

Wanneer de rode bloedcellen van het (ongeboren) kind afgebroken worden kan het ernstig ziek worden. Soms zo ernstig dat een bloedtransfusie in de baarmoeder nodig is. Ook na de geboorte kan de baby ziek worden door de afbraakproducten van het bloed. De baby ziet dan geel. Dit noemen we rhesusziekte. Het is op zo’n moment belangrijk om deze afbraakproducten uit het bloed te verwijderen. Dit kan door het kind te behandelen met UV-licht (eigenlijk een soort zonnebank). In ernstige gevallen moet al het bloed vervangen worden via een zogeheten wisseltransfusie.

Gelukkig kan rhesusziekte worden voorkomen. Hiervoor krijgen Rh-negatieve vrouwen die zwanger zijn van een RH-positief kind tijdens de 30ste week van de zwangerschap en na de geboorte de rhesusprik. Andersom - een Rh-positieve zwangere vrouw die een Rh-negatief kind krijgt - vormt geen probleem. Een rhesusprik is dan niet nodig.

Rhesusfactor en bloedtransfusie

Als een patiënt met een negatieve rhesusfactor via een transfusie bloed ontvangt van een donor met een positieve rhesusfactor, maakt het immuunsysteem van de patiënt  antistoffen aan, omdat het lichaam niet gewend is aan de aanwezigheid van de rhesusfactor. Hierdoor ontstaat een afweerreactie en wordt het nieuwe bloed afgebroken. Deze reactie kan levensbedreigend zijn. Daarom moet een rhesus negatieve patiënt altijd ook rhesus negatief bloed krijgen.

Wil jij ook levens redden?

Met jouw bloed help je patiënten die een bloedtransfusie nodig hebben. Je bent letterlijk een levensredder. Patiënten zijn je dus oneindig dankbaar als je bloed- of plasmadonor wordt.